26 juli 2011

Typecast



Click on the image to enlarge it.
My Hammond Multiplex sn109720, ca 1915.
ü on a Dutch keyboard layout?
Dutch backspace

20 juli 2011

Williams Academy uit 1904

Een correctie op mijn vorige post: de Williams Academy komt niet uit 1898, maar uit 1904, of later. Mijn Williams werd op de webpage van Will Davis gebruikt in een collage over de Williams typemachine en, naar nu blijkt, foutief gedateerd in 1898.

Op de typemachine staat het volgende adres gegraveerd: “57 Holborn Viaduct, London, England”:

In een online zoektocht naar advertenties over de Williams kwam ik er achter dat dit adres pas vanaf 1904 als verkoopadres werd gebruikt. Dit was ten tijde van de introductie van de Williams 6. In advertenties tot en met 1904 wordt meestal “104 Newgate Street, London” als adres opgegeven. Het lijkt er daarom op dat de “Williams Typewriter Company for Europe” pas in 1904 naar het Holborn Viaduct is verhuisd. Het kan dus bijna niet anders, of de Williams Academy is in of na 1904 gemaakt.
Let op het verkoopadres voor Londen in onderstaande advertenties uit respectievelijk 1902 voor de Williams 4 en 1904 voor de Williams 6.

1902



1904


















Het lijkt mij dat dit betekent dat de Academy, evenals de Junior, een soort instapmodel was. Gelet op de naam denk ik dat de Academy bedoeld was voor studenten. Het model is bijna gelijk aan een Williams 2; alleen de nickelgerande glazen toetsen zijn een kenmerk van de latere modellen 4 en 6. Hoewel, in de Martin Howard collectie staat een hele mooie vroege Williams 1 (met rond toetsenbord) die ook dit soort toetsen heeft.


Misschien leuk om te weten: 57 Holborn Viaduct is ook het adres waar Thomas Edison in 1882 ’s werelds eerste stoomkrachtgedreven elektriciteitscentrale opende. Deze centrale bleef slechts twee jaar in werking. Op een foto uit deze periode is het bedrijf van Edison nog zichtbaar.


18 juli 2011

Williams 2 Academy

Mijn nieuwste aanwinst, een Williams 2 Academy (sn 16576, bouwjaar ca. 1898), komt rechtstreeks uit de verzameling van Tilman Elster. Deze begin dit jaar overleden topverzamelaar had in zijn huis in Herford (Duitsland) ruim 2 duizend schrijfmachines bij elkaar gehamsterd. Veruit de meeste machines waren nog aanwezig en heb ik even mogen bekijken. De verleiding was groot om meerdere machines te kopen, maar ik kon me inhouden. Uiteindelijk ging alleen de Williams mee terug naar Nederland. Een mooie Imperial B schaf ik vast nog wel een keer aan.




De Williams is niet alleen mooi, hij illustreert ook als geen andere machine de wanhopige zoektocht naar zichtbaar schrift. De meest gangbare schrijfmachines waren eind negentiende eeuw de Remingtons. Deze opvolgers van de Sholes & Glidden waren echter zogenaamde blindschrijvers. Dit hield in dat niet direct zichtbaar was wat men had geschreven. Pas na het optillen van de rol was het beschreven papier te zien. Dat schoot natuurlijk niet echt op.


John Newton Williams onderkende het probleem en besloot er iets aan te doen. In 1891 bracht hij de Williams 1 op de markt. Hiermee kon 1 regel zichtbaar worden geschreven. Om de letters zichtbaar op papier te krijgen had hij een systeem bedacht waarbij hij de type-armen als sprinkhanen op de rol liet springen.



Het ziet er prachtig uit, maar echt handig was het niet. De type-armen hadden zoveel plaats nodig, dat Williams ze zowel voor als achter de rol moest plaatsen om te voorkomen dat ze in elkaar verstrikt raakten. Omdat de letters echter op dezelfde kant van het papier dienen te worden geschreven, moest het papier in een holte binnen de typemachine opgerold worden, dan over de rol gaan en vervolgens in een andere holte verdwijnen. Bij deze ingewikkelde oproloperatie is het onmogelijk het papier niet te kreuken. Zie mijn Youtube-filmpje voor een demonstratie van dit geklungel.



Ik had graag het gezicht van Williams willen zien toen hij voor het eerst een Daugherty (1893) of Underwood (1895) aan het werk zag. Deze machines introduceerden, respectievelijk perfectioneerden het zogenaamde front-strike systeem, waarbij met veel gemak zichtbaar kon worden geschreven. In de hieropvolgende vier decennia werden er vele miljoenen Underwoods verkocht, terwijl de Williams fabriek al in 1909 kon opdoeken. Zelfs mijn Olivetti Valentine uit de jaren zeventig gebruikt dit front-strike systeem nog!


Het oordeel van C.V. Oden in zijn Evolution of the typewriter (1917) was dan ook niet mals:

“The Williams was not fast; it was not a good manifolder; it was not convenient to insert paper; the type were not easily cleaned; and its only redeeming feature was the one line of visible writing.”

Mijn Williams 2 Academy is net als een gewone Williams 2 (1896), maar dan met nickelgerande glazen toetsen in plaats van de gebruikelijke hard rubberen toetsen. Pas met de introductie van de Williams 4 in 1899 werden de nickelglazen toetsen standaard. In de meeste literatuur wordt alleen over de Academy 3 gesproken (Rehr, Etc #25). Deze heeft een brede wagen voor grotere formaten papier. Over de Academy 2 heb ik alleen kunnen vinden dat het een exportmodel was voor de Europese (voornamelijk Engelse) markt. De heer Elster heeft mijn Academy volgens zijn zoon rond 1986 bij veilinghuis Christies in Londen gekocht.
De Williams werd ook in Nederland verkocht. In het historisch krantenarchief vond ik deze advertentie uit 1893. Een jaar later werd de advertentie herhaald, daarna niet meer.